Een trieste erfenis

 Vanaf mijn 9e heb ik alles alleen gedaan. Geen aardige tante, geen lieve juf. Toen ik dat jaren later aankaaartte, want de ellende had me ingehaald, ik kreeg anorexia en werd godbeter het, opgenomen in een gekkenhuis tussen de dementen, Downers, schizofrenen en idioten, zei mijn vader: ‘Kind, wat zeur je nou. Je had een dak boven je hoofd, kleren aan je lijf en eten op je bord.’ Zegt de man die de geboorte van zijn vierde kind liet opwekken zodat ze voor het nieuwe jaar geboren zou worden. Dat kwam beter uit voor de belastingen. En mijn moeder ging daar in mee. Volkomen verknipt. Dat je man zoiets oppert. Dan schreeuw je toch heel hard: ‘Nee, ben je gek geworden, idioot.’ Het kwam beter uit voor de belastingen. Je kunt het die man niet eens kwalijk nemen. Enig kind, opgevoed door een totaal gestoord wijf.

Op een gegeven moment dacht ik: ‘De enige manier om hier te ontsnappen is mijn diploma te halen en zo snel mogelijk weg te wezen.’  Ik zat vlak voor mijn eindexamen. ‘Wat zit je je nou druk te maken?’, vroeg mijn vader. Ik zei: ‘Ik moet eindexamen doen.’ Mijn vader: ‘Ach kind, ik doe elke dag eindexamen.’

Dat ik dat diploma heb gehaald, ondanks de omstandigheden van onverschilligheid en emotionele armoede, omringd door totale liefdeloosheid. Met een moeder die, elke keer als ze haar bek open deed, iets negatiefs uitbraakte, heb ik te danken aan mijn spraakkunst. Het schriftelijke examen werd niks. Door het mondelinge heb ik me heen gebluft door constant aan het woord te zijn. Blijven praten zodat ze geen vragen konden stellen.

Dat ik ooit nog terugging naar het ouderlijk huis toen ik al in Amsterdam woonde is mij een raadsel. Het Stockholm Syndroom. Terug naar je gijzelaars met de hoop op een kruimel liefde. Nooit gehad. Nee, alles wat ik bereikt heb is ondanks hen. Ik heb het vanaf mijn 9e helemaal alleen in mijn eentje opgeknapt. Alles dat ik heb, heb ik zelf bereikt. Het is een trieste erfenis.



De laatste foto waarop ik me nog enigszins gesteund voelde in het ouderlijk huis. Daarna kon ik het zelf uitzoeken.

Mijn moeder sleepte me mee naar een psychiater omdat ze zelf niet spoorde. Met mij was niets mis. ‘Ik weet niet wat dat kind heeft, doe iets’, zei ze tegen de man. Die schreef in zijn rapportje: ‘Dominante moeder.’  Toen ze dat las, zei ze: ‘Daar gaan we nooit meer naar toe.’ Want het lag nooit aan mijn moeder, het lag altijd aan een ander. Zelfinzicht: nul komma nix.

Ze zijn allang dood en nog heb ik er last van. Die ijskoude, kille, liefdeloze omgeving waar je praktisch onzichtbaar was. Ja, je werd opgemerkt als je hinderlijk was. We zaten een keer aan tafel en ik zat te klieren. Mijn vader had al een paar keer gezegd dat ik op moest houden maar ik bleef zieken. Toen hij zijn arm uithaalde om me een mep te geven, rende ik weg. De badkamer in. Hij kwam me achterna. Ik sprong op de stoel die daar stond. Hij heeft zijn kinderen nooit geslagen. Maar hij gaf me zo’n harde klap, dat ik met mijn hoofd tegen het stenen muurtje dreunde. Het duizelde me maar het was ook een soort overwinning. Mijn vader had me geslagen. Met zijn abonnement op Verstandig Ouderschap. Beter negatieve aandacht dan helemaal geen aandacht.

Reacties

Populaire posts